Borghese Galerij in Rome
De Galleria Borghese is een museum in Rome, Italië, gehuisvest in de voormalige Villa Borghese Pinciana. Het gebouw is ontworpen door de architect Flaminio Ponzio, op basis van schetsen van Scipione Borghese zelf, die het als een buitenhuis op zijn Romeinse landgoed gebruikte.

De Galleria Borghese
De Galleria Borghese herbergt een aanzienlijk deel van de privé-kunstcollectie van kardinaal Scipione Borghese, die in 1605 begon met het opbouwen van zijn collectie en uiteindelijk zo'n 1640 schilderijen (waarvan er vandaag de dag meer dan 100 te zien zijn), 500 beeldhouwwerken en 1000 antiquiteiten verzamelde.

Het is al lange tijd een van de populairste toeristische attracties van Rome; echter zijn de openingstijden sinds 2007 sterk verminderd vanwege renovatiewerkzaamheden. Het zal op 1 maart 2020 heropenen als onderdeel van een uitgebreide renovatiecampagne met een kostenplaatje van $25 miljoen, inclusief restauratie van belangrijke werken zoals Titiaans Heilige en Profane Liefde.

Borghese-collectie
De Galleria Borghese herbergt een aanzienlijk deel van de Borghese-collectie van schilderijen, beeldhouwkunst en antiquiteiten, gestart door kardinaal Scipione Borghese, de neef van paus Paulus V (1605-1621).

De villa werd tussen 1615 en 1618 gebouwd voor Scipione op de Pinciusheuvel in Rome als onderdeel van een uitgebreid complex ontworpen door Flaminio Ponzio. In eerste instantie genaamd"Villa Pinciana", maar later veranderd in Villa Borghese (naar de naam van de nieuwe eigenaar)., het heeft zijn huidige naam te danken aan de eigenaar Marcantonio Flaminio (broer van Flaminia Ponzia), die het in 1738 kocht van Carlo Francesco Turchi en vleugels toevoegde rondom de centrale binnenplaats.

In 1749 verkocht hij zijn grond en villetta aan Prins Marcantonio IV Mattei; vervolgens ging het over in andere handen tot 1806, toen de broer van Napoleon, Joseph Bonaparte, het weer verkocht - deze keer zonder enige toevoegingen - aan Prins Camillo Borghese (1775-1832), die in 1803 trouwde met Prinses Paolina Bonaparte.

De kamers die nu voor het publiek geopend zijn, werden gebruikt voor het centraliseren van het management van de familie en haar economische activiteiten. In dit gedeelte van het paleis vindt u kamers die werden gebruikt voor het ontvangen van gasten, evenals andere kamers die werden gebruikt voor het beheren van de zakelijke en financiële belangen van de familie. De Borghese verzamelden ook kunst, die op vele verschillende manieren in hun huis werd tentoongesteld (zie hieronder).

Tijdens hun bezetting van Rome in 1798-1800, confisqueerden de Franse troepen dit gebouw voor hun hoofdkwartier. De familie Borghese werd gedwongen te vluchten en keerde pas in 1815 terug. In 1816 werd de Villa Aldobrandini een object van interesse voor de zus van Napoleon, Elisa, die paus Pius VII toestemming vroeg om het te kopen; hij weigerde vanwege de hoge prijs, maar stond haar vervolgens toe om het te huren voor een jaarlijkse som die destijds equivalent was (ongeveer $100). De villa bleef in gebruik door leden van de adel totdat na de Tweede Wereldoorlog, toen het werd verkocht door Prins Camillo Ruspoli - destijds de laatste eigenaar - tijdens zijn faillissementsprocedure met de Credito Italiano-bank (nu Intesa Sanpaolo).

De Galleria Borghese heeft een van 's werelds belangrijkste collecties Romeinse beeldhouwkunst en antiquiteiten.

De collectie bevat belangrijke sculpturen van Bernini, evenals Caravaggio, die geboren werd in de buurt van Artena. Andere vertegenwoordigde kunstenaars zijn onder meer Rafaël en Titiaan, zowel uit het verleden als uit hun eigen tijd, zoals Giambologna wiens standbeeld 'Venus' prominent opvalt vanaf zijn positie bij de ingang van dit beroemde paleismuseum, met zijn witmarmeren sokkel in contrast met zwarte fluwelen gordijnen waarachter bezoekers andere stukken kunnen bekijken binnen deze enorme verzamelplaats voor kunstliefhebbers over de hele wereld!